Begroting 2020

Onze inwoners

Wat mag het kosten?

Ontwikkelingen in budgetten

In dit onderdeel geven we een beschrijving van de financiële ontwikkelingen van thema Onze inwoners.

Toelichting budgetten Sociaal Domein begroting 2020

1. Jeugdbudget ((taakvelden 6.72 en 6.82)
Bij de jaarrekening 2018 zagen we een overschrijding op de jeugdhulp van
€ 650.000. Bij de BERAP 2019-I hebben we het budget structureel met € 750.000 verhoogd naar een budget van € 6,5 miljoen. Dit budget bestaat voor een klein deel uit salariskosten (€ 120.000). Het restant is beschikbaar voor PGB en ZIN voorzieningen van de jeugdhulp. Tot dit budget behoren niet de kosten van onze stichting Sociale Teams.

In de meicirculaire 2019 hebben we extra middelen ontvangen voor de jeugdhulp tekorten. Voor onze gemeente is dat een bedrag van € 537.000 voor 2019 en € 415.000 voor de jaren 2020 en 2021. Op dit moment is dit bedrag nog incidenteel, maar gelet op de vele jeugdhulp tekorten bij gemeenten is de kans reëel aanwezig dat dit bedrag structureel gaat worden. De provincie Drenthe heeft aangegeven dat we dit bedrag ook structureel mogen ramen. In deze begroting 2020 hebben we ervoor gekozen om dit bedrag structureel in onze meerjarenraming op te nemen. Deze ruimte is meerjarig beschikbaar in knop 1 saldo begroting. Verder ontvangen we per 2020 extra middelen voor voogdij 18+. Dit is in de meicirculaire 2019 bekend geworden. Het gaat om een bedrag van € 231.000 structureel. Voogdij 18+ is nog onderdeel van de 3D uitkering Gemeentefonds. De raming is positief bijgesteld omdat is besloten de compensatieregeling voogdij 18+ te continueren en omdat de raming op nieuwe jeugdcijfers is gebaseerd die voor onze gemeente gunstig uitvallen.

In deze begroting 2020 stellen we voor om de extra middelen van de Meicirculaire 2019 toe te voegen aan de algemene middelen (knop 1 en knop 2), de huishoudelijke hulp en de stichting Sociale teams. We verhogen het jeugdbudget niet verder, omdat we bij de BERAP 2019-I het jeugdbudget met € 750.000 hebben verhoogd.

Verder stellen we voor om per 2020 een structurele ombuiging van € 250.000 op te nemen voor het jeugdbudget, omdat we een besparing verwachten te realiseren door:
1. In samenwerking met de andere gemeenten in Zuid-Drenthe een ander inkoopmodel hanteren. De Drentse gemeenten trekken hier ook gezamenlijk bij op.  
2. Te investeren in praktijkondersteuners van huisartsen die voorkomen dat de huisarts teveel verwijst naar (dure) jeugdhulp. Dit zijn mensen die zichzelf kunnen gaan terugverdienen;
3. Beter te controleren op de declaraties die binnenkomen van jeugdhulpaanbieders.
4. Stappen te zetten om meer jeugdhulp te ‘normaliseren’. Normaliseren betekent het proberen te overtuigen van de inwoners dat bepaalde problematiek van jongeren ‘normaal’ is.

Verloop jeugdbudget

2020

2021

2022

2023

2024

Jeugdbudget (Kadernota 2020)

6.517.880

6.517.880

6.517.880

6.517.880

6.517.880

Ombuiging jeugdhulp

-250.000

-250.000

-250.000

-250.000

-250.000

Jeugdbudget begroting 2020

6.267.880

6.267.880

6.267.880

6.267.880

6.267.880

2. Abonnementstarief Wmo (onderdeel taakveld 6.71)
In 2019 is het abonnementstarief van de Wmo ingegaan voor de maatwerk-voorzieningen. Vanaf 2020 wordt het abonnementstarief ook van toepassing op de algemene voorzieningen van de Wmo. Dat betekent dat de maximale eigen bijdrage per cliënt voor alle Wmo-voorzieningen € 19 per maand bedraagt. Met name voor de kosten van de huishoudelijke hulp heeft dit een nadelig effect, omdat de schoonmaak-ondersteuning per 2020 onder dit tarief komt te vallen en we ontvangen nu voor deze cliënten een eigen bijdrage van € 5 per uur.

De budgetten van de meerjarenbegroting zijn zichtbaar in de onderstaande tabel. Bij de BERAP 2019-I hebben we in de raming al geanticipeerd op het maatwerkdeel van het abonnementstarief dat is ingegaan in 2019. Zichtbaar is dat er momenteel nog een fluctuatie in het budget zit in de meerjarenraming, want de ramingen voor de jaarschijven 2021 t/m 2024 zijn hoger dan die van 2020. Het voorstel is om het budget in de meerjarenraming zodanig te laten toenemen dat het budget 2020 van Kadernota
€ 200.000 hoger wordt en na 2020 constant blijft. Verder hebben we nog een ombuiging in te vullen voor de Wmo van € 50.000. Het voorstel is om deze ombuiging vooralsnog te verwerken in het budget voor de huishoudelijke hulp, omdat er momenteel nog een lobby gaande is naar het Rijk voor aanvullende compensatie van de kosten die het abonnementstarief met zich mee brengt. Per saldo neemt het budget in de meerjarenraming met € 150.000 toe ten opzichte van de raming in de Kadernota 2020.

Verloop huish. hulp budget

2020

2021

2022

2023

2024

Huishoudelijke hulp (Kadernota 2020)

2.129.028

2.267.505

2.280.583

2.188.685

2.188.685

Abonnementstarief Wmo

200.000

61.523

48.445

140.343

140.343

Ombuiging Wmo

-50.000

-50.000

-50.000

-50.000

-50.000

HH budget begroting 2020

2.279.028

2.279.028

2.279.028

2.279.028

2.279.028

3. Budget Stichting Sociale Teams Borger-Odoorn (onderdeel taakveld 6.2)
Met de Stichting Sociale Teams Borger-Odoorn (SSTBO) is afgesproken dat we voor 2020 incidenteel extra budget beschikbaar stellen. In afwachting van de evaluatie Sociaal Domein gaan we de raming in de komende jaren mogelijk verder aanpassen. In de komende jaren zal de stichting een efficiencyslag moeten gaan maken om de toegang tot het Sociaal Domein betaalbaar te houden.

Verloop budget SSTBO

2020

2021

2022

2023

2024

SSTBO (Kadernota 2020)

2.490.970

2.490.970

2.490.970

2.490.970

2.490.970

Noodzakelijke verhoging

225.715

0

0

0

0

SSTBO begroting 2020

2.716.685

2.490.970

2.490.970

2.490.970

2.490.970

4. Totaalbeeld Sociaal Domein
In onderstaand overzicht is het totaalbeeld weergegeven van de aanpassingen op de budgetten in het Sociaal Domein voor de begroting 2020. Zichtbaar is dat het budget van de stichting incidenteel wordt verhoogd en dat we extra middelen beschikbaar stellen voor de huishoudelijke hulp. De toevoegingen aan deze budgetten dekken we uit de extra middelen jeugdhulp en de Voogdij 18+ gelden van de Meicirculaire. Het restant voegen we toe aan de algemene middelen knop 1 en knop 2.

Inzet extra middelen Sociaal Domein

2020

2021

2022

2023

2024

Abonnementstarief Huish. Hulp

200.000

61.523

48.445

140.343

140.343

Knelpunt Stichting Sociale Teams

225.715

Totale bijstelling Sociaal Domein:

425.715

61.523

48.445

140.343

140.343

Extra gelden jeugdhulp

-194.715

Voogdij 18+

-231.000

-61.523

-48.445

-140.343

-140.343

Totaal dekking Sociaal Domein:

-425.715

-61.523

-48.445

-140.343

-140.343

Saldo:

0

0

0

0

0

5. Effecten op de algemene middelen knop 1 en knop 2
Het voorstel is om de incidentele middelen jeugdhulp uit de meicirculaire structureel te ramen. Dat heeft voor knop 2 tot gevolg dat de jaarschijven 2020 en 2021 met
€ 415.000 afnemen. In de memo van de Meicirculaire 2019 hadden we de extra middelen jeugd namelijk aan knop 2 toegevoegd. Verder is zichtbaar dat we voor 2020 een deel van de middelen beschikbaar stellen voor het Sociaal Domein. Met betrekking tot de middelen Voogdij 18+ merken we op dat we ze gedeeltelijk inzetten voor het Sociaal Domein en gedeeltelijk toevoegen aan de algemene middelen.

2020

2021

2022

2023

2024

Effecten extra middelen jeugd

Verlagen knop 2 extra middelen jeugd

-415.000

-415.000

Toevoeging aan knop 1 saldo begr.

220.285

415.000

415.000

415.000

415.000

Toevoeging aan budget Sociaal Domein

194.715

Effecten Voogdij 18+

Verhoging raming Voogdij 18+

-231.000

-231.000

-231.000

-231.000

-231.000

Toevoeging aan knop 1 saldo begr.

0

169.477

182.555

90.657

90.657

Toevoeging aan budget Sociaal Domein

231.000

61.523

48.445

140.343

140.343

Effecten knop 1 en knop 2

Totale toevoeging knop 1:

220.285

584.477

597.555

505.657

505.657

Totale onttrekking knop 2:

-415.000

-415.000

6. Conclusie ten aanzien van de ramingen Sociaal Domein
In algehele zin merken we op dat de ramingen van de Wmo en Jeugdhulp gepaard gaan met financiële risico’s. De budgetten van de Wmo en Jeugd in onze meerjarenraming zijn niet geïndexeerd en we stellen een ombuiging voor van totaal € 300.000 op de Wmo en Jeugd. We verwachten deze besparing te realiseren door uitvoering te geven aan de genoemde maatregelen in de toelichting op het jeugdbudget.

We hebben het bedrag van het risico 3D’s Sociaal Domein in de paragraaf Weerstandsvermogen verhoogd van € 1 miljoen naar € 1,5 miljoen. Er is immers voor een groot deel sprake van een open einderegeling en we hebben te maken met een vergrijzende samenleving wat op termijn kan zorgen voor een toename van de kosten van de Wmo. Samen met de andere lokale overheden oefenen we sterke druk uit op de Rijksoverheid om de bezuinigingen op de 3D’s terug te draaien en meer middelen beschikbaar te stellen om het Sociaal Domein op termijn betaalbaar te houden.

7. Opbrengsten reisdocumenten bijgesteld
In 2014 is de geldigheidsduur van reisdocumenten voor volwassenen verlengd van vijf naar tien jaar. Dit zorgt voor een tijdelijke afname in de opbrengsten van deze leges. Volwassenen die tussen 2014 en 2018 een reisdocument hebben aangevraagd, hoeven dit nu pas vanaf 2024 opnieuw te doen. Als gevolg hiervan zijn de opbrengsten van paspoorten naar beneden bijgesteld met afgerond € 42.000 en die van ID-kaarten met
afgerond € 23.000. Dit is toegepast op de jaarschijven 2020 t/m 2023, omdat de verwachting is dat in 2024 de opbrengsten weer toenemen. Deze lagere opbrengsten zijn gedekt uit budget beleidsintensivering, omdat er sprake is van een tijdelijke incidentele afname.

Baten en lasten per taakveld

Hieronder zijn de begrote baten en lasten per taakveld weergegeven. De cijfers van de rekening 2018 zijn conform de vastgestelde Rekening 2018. De cijfers van de begroting 2019 zijn conform de cijfers van de Bestuursrapportage 2019-I, aangevuld met de budgetten die zijn overgeboekt van 2018 naar 2019 onder de noemer van ‘nog uit te voeren werken.’ Dit verklaart grotendeels waarom sommige lasten een hogere raming hebben in 2019 dan in 2020. Verder zijn de effecten op de exploitatie van de vastgestelde notitie reserves en voorzieningen in de cijfers van 2019 verwerkt.

Op hoofdlijnen lichten we de overige verschillen toe:
- De lagere lasten op taakveld 6.5 in 2020 ontstaan door de ombuiging op het re-integratiebudget en doordat de middelen voor project 2Getthere incidenteel zijn geraamd in 2019.
- De lagere lasten op taakveld 6.6 in 2020 zijn te verklaren doordat de inhuur derden in 2019 hoger zijn geraamd dan in 2020.
- Op taakveld 6.71 zien we hogere lasten in 2020 dan in 2019, vanwege de verhoging van het budget huishoudelijke hulp (abonnementstarief).
- Op taakveld 6.72 zien we lagere lasten in 2020 dan in 2019. Dit wordt verklaard door de ombuiging op het jeugdhulp budget.
- De lagere baten in 2020 op taakveld 0.2 ontstaan door de verwachte afname van opbrengsten van reisdocumenten voor zowel de component van de gemeente als de component die we afdragen aan het rijk.
- De hogere baten op taakveld 4.3 ontstaan doordat we in 2020 een hogere SISA uitkering OAB (onderwijsachterstandenbeleid) gelden ontvangen.

Begrote lasten en baten

ga terug
Deze pagina is gebouwd op 05/28/2020 15:22:16 met de export van 05/27/2020 13:52:34