Inleiding
In de Kadernota 2020 hebben we de financiële kaders tegen het licht gehouden. Dit zijn kaders voor het omgaan met de baten en lasten van onze Portemonnee. Deze financiële kaders zijn leidend voor de gehele budgetcyclus en zijn de basis voor de begroting 2020.
In de raadsvergadering van 27 juni 2019 heeft u bij het vaststellen van de Kadernota 2020 expliciet ingestemd met de voorgestelde financiële kaders. In deze vergadering heeft u tevens gevraagd of het ook mogelijk is om bij de begroting 2020 de financiële kaders eventueel nog te wijzigen. Dit is uiteraard mogelijk. U heeft bij de begroting alle gelegenheid om amendementen in te dienen.
Brief financieel beleid n.a.v. brief provincie
Eind 2018 is van de Provincie Drenthe, als financieel toezichthouder, een brief ontvangen over een aantal financiële bevindingen met betrekking tot onze begroting 2019. Deze brief is als ingekomen stuk in de raadsvergadering van 7 februari 2019 behandeld. In de Kadernota 2020 hebben wij u inhoudelijk over de brief geïnformeerd.
Op 21 mei jl. heeft bestuurlijk/ambtelijk overleg plaatsgevonden over de tweede fase begrotingsonderzoek met de provincie plaatsgevonden. Dit gesprek over de begroting vindt jaarlijks plaats. Naast de gebruikelijke informatie-uitwisseling over de reguliere- en lopende zaken lag nu het accent vooral op onze aanpak van de vijf bevindingen van de provincie. Tijdens het gesprek bleek, dat de provincie zich helemaal kan vinden in onze voorstellen om de begroting 2020 zodanig op te stellen dat er voor de provincie geen aanleiding meer is de uitkomst van het saldo van onze begroting op deze punten aan te passen.
Toelichting financiële beleidskaders
In bijlage I van deze begroting hebben we de financiële beleidskaders toegevoegd. In de Kadernota hebben we u een uitgebreide toelichting op de financiële beleidskaders gegeven. In deze begroting geven wij een actualisatie ten opzichte van de Kadernota. Voor de overige toelichtingen verwijzen we naar de Kadernota.
De kaders zijn (met uitzondering van de reserves) ten opzichte van de Kadernota 2020 niet aangepast. De kaders van de reserves zijn in deze begroting 2020 wel aangepast. Zie hiervoor de toelichting bij punt 12. Reserves.
Wij hanteren bij de toelichting van de kaders dezelfde nummering van de kaders, zoals ook in bijlage 1. opgenomen
2. Beleidsintensivering (knop 2)
Uit bijlage I blijkt dat het minimumbedrag van de begroting en Bestuursrapportage I voor toekenning van nieuw beleid € 250.000 is. In de begroting 2019 hebben we verzuimd om dit bedrag beschikbaar te stellen voor nieuw beleid bij de eerste Bestuursrapportage. Om te voorkomen dat dit weer gebeurt, hebben wij van budget beleidsintensivering (knop 2) van alle jaarschijven € 250.000 gehaald bij het selecteren van de bestedingsvoorstellen. Zichtbaar is dat er na verwerking van de bestedingsvoorstellen in deze begroting ruim
€ 250.000 resteert voor BERAP 2020-I.
- Gemeentefonds
In het onderdeel Financiële begroting is een uitgebreide toelichting over het gemeentefonds opgenomen.
9. Bedrijfsvoering
Afspraak raad
Wij hebben met uw raad een zogenaamde volumeafspraak. Deze afspraak houdt in dat de budgetten voor personele kosten jaarlijks met 3% geïndexeerd worden.
Deze indexering wordt ingezet voor:
- Cao-ontwikkelingen;
- Premies en sociale lasten;
- Organisatieontwikkelingen.
Deze afspraak geldt niet voor nieuwe taken.
Bij de behandeling van de begroting 2019 en de bestedingsvoorstellen 2019 is de bedrijfsvoering uitvoerig aan de orde gekomen. Wij hebben daarbij voorgesteld om de knelpunten in de bedrijfsvoering op te lossen door 1% (van de 3%) hiervoor aan te wenden. Dit betekent 1% voor organisatieontwikkelingen en 2% voor cao-ontwikkelingen en premies en sociale lasten. Daarnaast hebben wij voorgesteld het risico van prijsstijging (cao en premies) boven de 2% te accepteren. Als deze kosten meer dan 2% zijn, verwerken we deze vooraf in de begroting of achteraf in de Bestuursrapportages.
Nieuwe Cao gemeenten
De VNG en de vakbonden FNV, CNV en CMHF hebben deze zomer een akkoord over de nieuwe cao voor gemeentepersoneel afgesloten. Het akkoord bevat afspraken over de salarisontwikkeling, de transitievergoeding, een werkgeversbijdrage, verlof en vitaliteit. De cao loopt van 1 januari 2019 tot 1 januari 2021.
De totale stijging van het salaris bedraagt 6,25% en wordt gefaseerd over 2019 en 2020 uitbetaald. De totale structurele stijging voor 2019 en 2020 bedraagt substantieel meer dan de beschikbare 2% voor de cao-ontwikkelingen en premies en sociale lasten. We verwachten voor 2019 op dit moment geen overschrijding van het budget. Voor 2020 verwachten we een overschrijding van de salariskosten van € 251.000. Conform onze afspraken hebben we deze overschrijding verwerkt in de bijstellingen van deze begroting 2020. Zie ook hiervoor de mutaties van knop 1 Saldo Begroting.
10. Gemeenschappelijke regelingen
In de Kadernota 2020 zijn de bijdragen voor tekorten van Emco en Wedeka boven de € 500.000 ten laste van knop 1 saldo begroting gebracht. In de begroting 2019 werden deze bedragen gedekt uit knop 2 beleidsintensivering. Maar op verzoek van de provincie zijn deze nu ten laste van het begrotingssaldo gebracht, omdat het structurele lasten zijn. In de Kadernota 2020 hebben we u over het effect voor de knoppen 1 en 2 geïnformeerd.
Bij het opstellen van deze begroting 2020 hebben we de begrotingen 2020 en meerjarenramingen 2021-2023 van de zeven gemeenschappelijke regelingen (GR’en) gecontroleerd en geïnventariseerd in hoeverre de gevraagde bijdrage voor de komende jaren in onze begroting is opgenomen. In de Kadernota 2020 hebben we de ramingen aangepast aan de gevraagde bijdrage van de GR. Na de Kadernota 2020 hebben we nog een beperkt aantal mutaties tussen onze raming en de gevraagde bijdrage van de GR ontvangen. Deze mutaties brengen we ten laste van het begrotingssaldo.
Omschrijving | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Mutaties GR’en op saldo | -5.408 | -11.208 | -12.308 | -13.408 |
12. Reserves
De kaders zijn aangepast naar aanleiding van de nota reserves en voorzieningen. In de Kadernota 2020 staat bij de kaders een bandbreedte voor de solvabiliteit van 25-40% en het streven naar een gewenste Weerstandsdeel algemene reserve (WAR) van minimaal 20%. Naar aanleiding van de opiniërende raadsvergadering van 6 juni 2019 over deze nota hebben wij het voorstel aangepast en heeft u ingestemd met het aangepast voorstel. Dit betekent dat het kader voor solvabiliteit een minimum van 25% is en dat het streven naar een gewenste WAR is komen te vervallen. Het kader is in deze begroting, conform besluit over de nota reserves en voorzieningen, aangepast.
14. Projecten (Vastgoed en Geld)
Het budget voor Vastgoed en Geld wordt jaarlijks met € 50.000 verhoogd. De intentie van dit budget is om knelpunten met betrekking tot kapitaalgoederen (wegen, groen, gebouwen) te verminderen.
In de Kadernota 2020 staat (bijlage 1) dat voorlopig tot en met het jaar 2023 het budget jaarlijks met € 50.000 wordt verhoogd. In deze begroting 2020 voegen we in de meerjarenraming het jaar 2024 toe. De knelpunten zijn naar verwachting ook na deze periode (deels door niet indexering van budgetten) actueel. Wij adviseren om het budget Vastgoed en Geld ook na 2023 met € 50.000 structureel per jaar te blijven verhogen.
14.Projecten (Sociaal Domein)
In de gedachte van het regenboogmodel blijft ontschotting bestaan. We blijven integraal kijken naar het Sociaal Domein. Voor de 3D-budgetten (jeugd, Wmo, participatie) passen we wel een schot toe. Voor jeugd was dit ook een amendement bij de behandeling van de begroting 2019. Conform dit amendement passen we dit toe voor de 3D budgetten. Dit doen we zodat we inzichtelijk kunnen maken hoeveel kosten we hebben per deelgebied.
15. Belastingen: OZB
Bij de begrotingsbehandeling 2019 is besloten om de OZB-verhoging te beperken tot 1,75%. Dit was een percentage van 2,75%. Het verlaagde percentage van 1,75% is ook voor de jaren 2020 t/m 2023 verwerkt in onze meest recente meerjarenbegroting.
In de Kadernota 2020 hebben we overwegingen voor de tariefstijging OZB 2020 geformuleerd en u gelegenheid gegeven om ons suggesties te doen voor een voorstel over het tarief OZB voor het jaar 2020.
We nemen onze verantwoordelijkheid ten aanzien van aanpassingen van wetgeving, de decentralisatie en diverse beleidsdoelstellingen van het Rijk. We zien dat het Rijk veel van gemeenten vraagt en hiervoor geen of onvoldoende middelen beschikbaar stelt. In de begroting 2020 nemen we voor het bovenstaande onze verantwoordelijkheid en stellen een OZB verhoging van 1,75% naar 5% voor om het bovenstaande te realiseren.
Voor een gemiddeld huishouden betekent de aanpassing van OZB, afvalstoffenheffing, rioolrechten in 2020 per jaar het volgende:
Lastendruk per huishouden | 2020 | 2019 |
OZB | 427 | 407 |
Afvalstoffenheffing | 218 | 193 |
Rioolrechten | 229 | 241 |
Totaal: | 874 | 841 |
Dat is een stijging van afgerond € 33 per jaar voor een gemiddeld huishouden.
15. Belastingen: toeristenbelasting
Het was de intentie van het Recreatieschap Drenthe om in het voorjaar van 2019 met een advies te komen voor het tarief van de toeristenbelasting voor de komende jaren. In dit advies zal dan ook de tariefdifferentiatie (bijvoorbeeld campings een ander tarief van hotels) aan de orde komen. Dit advies hebben wij tot nu toe nog niet ontvangen. Voor het jaar 2020 heeft u bij de Kadernota 2020 besloten het tarief per overnachting met 5 eurocent te verhogen.
Vervolgens wachten we het verdere advies van het recreatieschap af en komen dan met een voorstel voor het tarief voor de jaren vanaf 2021. Dit voorstel komt bij de Kadernota 2021.
17. Leges
De verhoging van de OZB is gekoppeld aan de leges. We stellen in 2020 een OZB verhoging van 5% voor. Dat geldt ook voor de tarieven van de leges. Deze aanpassingen nemen we mee in de legesverordening. We merken op dat niet alle leges met 5% kunnen worden verhoogd. Dit komt doordat de tarieven van de rijbewijzen, paspoorten en ID-kaarten al het maximum wettelijk tarief hebben.