Kadernota 2020 en meicirculaire 2019
Omdat de gevolgen van de meicirculaire 2019 niet meer in onze Kadernota 2020 konden worden verwerkt is bij de behandeling van deze Kadernota uw raad een memo verstrekt waarin de gevolgen van de meicirculaire Gemeentefonds zijn verwerkt. In de memo zijn de saldi voor knop 1 (structureel) en knop 2 (incidenteel) zoals geraamd in de Kadernota geactualiseerd.
De belangrijkste gevolgen van de meicirculaire 2019 die in de memo zijn verwerkt waren:
- Lagere accressen voor de jaren 2019-2023;
- Extra gelden voor het Sociaal Domein als gevolg van loon- en prijsbijstellingen;
- Een nadelige afrekening 2018 van het BTW compensatiefonds (BCF);
- Extra middelen voor de Jeugdzorg voor de jaren 2019-2021.
In deze begroting 2020 zijn vorengenoemde wijzigingen verwerkt en is de raming Gemeentefonds verder geactualiseerd o.b.v. definitieve gegevens van verschillende verdeelmaatstaven zoals aantal inwoners, jongeren, ouderen, leerlingen etc.
Aanvullend is het bedrag voor de behoedzaamheidsreserve van 5 punten per jaar verhoogd van € 85.000 per jaar naar € 125.000 per jaar. Dit komt omdat de basisuitkering Gemeentefonds hoger is geworden door integratie van de bedragen Sociaal Domein in deze basisuitkering. Het bedrag per uitkeringspunt is hierdoor voor onze gemeente gestegen naar afgerond € 25.000. De uitwerking van deze behoedzaamheid loopt cumulatief op, dus van € 125.000 in 2020 t/m € 600.000 in 2024.
WOZ kosten
In de Kadernota 2020 hebben wij u geïnformeerd over de WOZ kosten. De wet WOZ verplicht gemeenten om met ingang van 2021 de WOZ op basis van oppervlakten te berekenen. Op dit moment is dit op basis van de inhoud. De wet WOZ wil graag harmonisatie met andere basisadministraties en volgt daarbij de BAG. De vergoeding voor deze transformatie zit al in het gemeentefonds. Voor deze transformatie hebben we een bedrag van € 50.000 gereserveerd en is budgettair neutraal voor onze begroting. De transformatie heeft naast structurele ook incidentele effecten. De incidentele effecten nemen we in de BERAP 2019-II mee.
Herijking Gemeentefonds
Bij de Kadernota 2020 bent u geïnformeerd over een geplande herijking Gemeentefonds vanaf 2021. Samengevat komt de herijking er op neer dat er op dit moment door het Rijk een te grote scheefgroei wordt ervaren van de verdeling van gemeentefondsgelden over de gemeenten. Met andere woorden: de verdeelmodellen kloppen niet meer.
Er wordt onderzoek verricht om de verdeelmodellen te verbeteren, gesplitst in een apart onderzoek door onderzoeksbureau AEF naar een beter verdeelmodel voor het Sociaal Domein en een apart onderzoek naar de overige onderdelen van het gemeentefonds door het onderzoeksbureau Cebeon.
In het tweede halfjaar 2019 worden landelijke bijeenkomsten georganiseerd om de gemeenten ambtelijk en bestuurlijk op de hoogte te brengen van de voortgang van beide onderzoeken.
Afronding van de onderzoeken staat gepland voor januari 2020. Op dit moment is nog niet bekend voor welke gemeenten de herijking positief of negatief uitvalt. In het voorjaar van 2020 wordt de Tweede Kamer over de voorstellen voor de nieuwe verdeling over de gemeenten geïnformeerd. De gemeenten zelf zullen uiterlijk in de meicirculaire 2020 over de uitkomsten in kennis worden gesteld.
Gevolgen septembercirculaire 2019
De uitkomsten van de septembercirculaire zijn in deze begroting en meerjarenbegroting verwerkt. De belangrijkste veranderingen t.o.v. de meicirculaire worden veroorzaakt door wijzigingen van de accressen voor de jaren 2019 t/m 2024. Voor het jaar 2019 heeft de wijziging van het accres een nadelig effect van € 300.000. Dit nadeel zal worden verwerkt in de Berap 2019-II.
Voor het begrotingsjaar 2020 en voor de jaren van onze meerjarenbegroting vallen de accresmutaties voordelig uit. De effecten van de bijgestelde accressen zijn voor onze gemeente in onderstaande tabel in de laatste kolom weergegeven.
Sept.circ. | Accres (€) | Accres (€) | Aantal | Bedrag |
Jaar | wijz. p/jr. | cumul. | Punten | Borger-Od. |
2019 | -218,3 | -218,3 | -12 | -300.000 |
2020 | 408,6 | 190,3 | 11 | 425.000 |
2021 | 204,7 | 395,0 | 22 | 550.000 |
2022 | 33,9 | 428,9 | 24 | 600.000 |
2023 | -62,6 | 366,3 | 21 | 525.000 |
2024 | 21,8 | 388,1 | 22 | 550.000 |
Hieronder volgt een nadere specificatie van de totale raming uitkering Gemeentefonds, inclusief de accresgevolgen van de septembercirculaire 2019.
Uitkering | Begroting | Meerjarenbegroting | |||
Gemeentefonds (GF) | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
GF: onderdeel 1 | 37.319.233 | 38.211.560 | 38.989.296 | 40.068.721 | 40.993.721 |
Behoedzaamheid | -125.000 | -250.000 | -375.000 | -500.000 | -625.000 |
GF onderdeel 1 raming | 37.194.233 | 37.961.560 | 38.614.296 | 39.568.721 | 40.368.721 |
GF: onderdeel 2 | 522.378 | 484.456 | 386.691 | 386.691 | 386.691 |
GF: onderdeel 3 | 6.266.609 | 6.135.228 | 5.994.570 | 5.939.869 | 5.851.514 |
Subtotaal | 43.983.220 | 44.581.244 | 44.995.557 | 45.895.281 | 46.606.926 |
Onderuitputting | -150.000 | -150.000 | -150.000 | -150.000 | -150.000 |
Totaal (= mei-circ.) | 43.833.220 | 44.431.244 | 44.845.557 | 45.745.281 | 46.456.926 |
Bij: sept.circ. (accres) | 425.000 | 550.000 | 600.000 | 525.000 | 550.000 |
Totaal (= sept-circ.) | 44.258.220 | 44.981.244 | 45.445.557 | 46.270.281 | 47.006.926 |
Toelichting tabel:
Onderdeel 1 betreft het algemene deel GF waarvan wijzigingen, zoals van het accres, effect hebben op het saldo van de begroting. Onderdeel 2 betreft verschillende doeluitkeringen waarvan mutaties budgettair neutraal verlopen in de begroting. Onderdeel 3 betreft de twee restantonderdelen van het Sociaal Domein, voogdij 18+ en participatie. De mutatie voogdij 18+ is niet toegevoegd aan het budget voor jeugdhulp, maar is gedeeltelijk ingezet voor de Stichting Sociale Teams, budget huishoudelijke hulp en gedeeltelijk aan saldo begroting (knop 1) toegevoegd. Het jeugdbudget is namelijk bij de BERAP 2019-I al fors structureel verhoogd. Voor een verdere toelichting verwijzen we naar de toelichting op ‘Wat mag het kosten?’ van thema onze Inwoners. De raming voor participatie is wel budgettair neutraal geraamd, omdat dit budget grotendeels wordt afgedragen aan de werkvoorzieningsschappen Emco en Wedeka in de vorm van een loonkostenbijdrage. Verder merken we op dat de extra middelen jeugdzorg (2019-2021) uit de Meircirculaire 2019 structureel zijn geraamd. Deze zijn toegevoegd in de vorm van een stelpost aan de algemene uitkering en verwerkt in knop 1 saldo begroting. Dit is een bedrag van € 415.000 per jaarschijf.
Behoedzaamheidsreserve
Zoals eerder aangegeven is in het Gemeentefonds een behoedzaamheidsreserve van 5 punten per jaar geraamd. Deze raming wordt aangesproken als het Rijk minder geld uitgeeft dan vooraf geraamd. De laatste jaren is dit de praktijk. Omdat nu steeds meer projecten vertraging ondervinden op grond van het stikstofbesluit ontstaat ook een hoger risico op een toename van de onderuitputting van gelden bij het Rijk. Hier is in de septembercirculaire geen rekening mee gehouden. Wij verwachten voor 2020 dat dit besluit een materieel effect zal hebben op de onderuitputting en de hoogte van de algemene uitkering. In de bijstelling van de septembercirculaire hebben we hierop geanticipeerd. In de Meicirculaire 2020 informeren wij u over de verwachte onderuitputting in 2020.